zaterdag 18 februari 2023

18 februari: van Olderfjord naar de Noordkaap

Reis of bestemming? 
Om eens een keer filosofisch te beginnen: gaat het om de reis of om de bestemming? Nou, vandaag ging het in elk geval even om de bestemming van deze reis: de Noordkaap, het noordelijkste puntje van het Europese vasteland. Of de Noordkaap nu echt het allernoordelijkste plekje van ons continent is, daar zijn de meningen over verdeeld. Maar noordelijker kom je in elk geval niet met je eigen auto. 

Dus, we hebben het gehaald! Het bereiken van de Noordkaap is geen zekerheid: de weg er naartoe is smal, met klimmetjes tot 10 procent. Tel daar 0,0 beschutting, veel stuifsneeuw en zeer wisselvallig weer bij op, en je weet: reizen naar de noordkaap wil nog niet zeggen dat je de kaap bereikt. Dat blijkt wel uit de vele slagbomen die je op gezette tijden passeert. In ons geval stonden die gelukkig allemaal open. 

In de zomer kom je op eigen gelegenheid tot het bezoekerscentrum. In de winter niet: de laatste 15 kilometer rijd je in kolonne. Dat doen ze in Noorwegen vaker bij slechte weersomstandigheden. Een groep auto’s, bussen en vrachtwagens wordt voorafgegaan door een sneeuwschuiver van de Statens Vegvesen (de Noorse Rijkswaterstaat). Met een slakkengang gaat het dan vooruit. Een terreinwagen van Vegvesen sluit de rij om te checken of er geen achterblijvers zijn. De colonne vertrekt om 11.00 uur, dus dat betekende voor ons op tijd vertrekken. Op deze wegen wil je je echt niet haasten. 


Gelukkig zat het weer erg mee, dus hoewel we weer genoeg ijsplakkaten voor de kiezen kregen, was het goed rijden, op het laatste stuk voor we bij de colonne opstelplaats kwamen, na. Hier ging het in een helling van 10 procent omhoog. Hoewel er gestrooid was met grit (zout heeft geen zin ivm de lage temperaturen) was de weg spekglad. Chris reed in een beheerst tempo naar boven, maar je voelde de auto zoeken en soms wat schuiven. 




Bij de opstelplaats voor de colonne aangekomen troffen we een leeg parkeerterrein én een open slagboom. Het weer was blijkbaar zo goed, dat men het niet nodig vond om voor oppas te spelen. Dus, we reden vrolijk door, na nog even gezwaaid te hebben naar de landgenoten die we gisteren ook al even tegenkwamen. Op de noordkaap hadden we weer mazzel, zoals vaak tot nu toe: het was stralend weer, dus de beruchte mist was in geen velden of wegen te bekennen. Op de ruim 300 meter hoge klip kon je kilometers ver kijken. 



Voor de goede orde: De Noordkaap is niet de noordpool, die ligt nog een paar duizend kilometer zwemmen verder naar het noorden. En om nog even terug te komen op de eerste zin van dit blog: vandaag ging het om de bestemming, maar eerlijk is eerlijk: de reis was misschien wel meer de moeite waard. Enorme poolachtige vlakten, besneeuwde heuvels en rotsen zover als je kunt kijken, en dan… de Noordkaap. Denk toegangspoortje a la hoge Veluwe (met minder bomen, dat wel) en een bezoekerscentrum met cafe, shop en thailandmuseum (ja, inderdaad, een Thailand museum).



En zoals elke keer als je op een bijzondere plek op de wereld komt, vallen een paar dingen op: 
  1. We zijn enorm goed in staat om dit soort bijzondere plekken te vermcdonaldsen. 
  2. Hoe hard je ook werkt om op de bestemming te komen, er zijn altijd wel valsspelers. In de bergen met de kabelbaan, en hier dus met toeristenbussen. 
  3. En dat brengt met bij punt 3: hoe goed je je ook voorbereid, er is altijd wel een local die op z’n slippers, met koffie/sapje/flesje water in de hand, peuk/grasspriet/lokale ongezonde gewoonte in de mondhoek, met zijn aftandse Opel corsa/ Toyota Corolla / Lada 2101 aan komt tuffen om dochterlief af te zetten voor haar weekendbaantje / water te brengen / even te kijken Hoe het staat met de souvenirvoorraad. 


Maar dat drukte de pret allerminst: we zijn er als Hollandse mooiweerrijders toch maar in geslaagd om deze Toyota met inzittenden zonder een krasje of besmeurde onderbroek naar boven te rijden! En, oké, het bezoekerscentrum had ook bij de Neeltje Jans kunnen staan (no offence Neeltje Jans), maar het einde van het einde bereiken, over de zee kijken naar links, naar rechts, voor je uit, en weten: daar woont niemand, daar woont niemand, en daar woont (voorlopig) ook niemand; dat is toch wel heel bijzonder.




Ook bijzonder: de enorme wisselvalligheid van het weer. Op de terugweg begon het enorm te waaien, waardoor het laveren was tussen de sneeuwduinen door. Dan helpen die elektronische hulpmiddelen toch wel enorm: Hill hold control aan en afzakken maar. 


Morgen trekken we richting de lofoten & vesterålen: een grote (schier)eilandengroep aan de Noorse (West)kust, ook boven de poolcirkel. Hier gaat het tempo wat omlaag, dus mogelijk de frequentie van dit blog ook. Maar eerst morgen even afwachten: dan gaat het best sneeuwen. Sneeuwkettingen binnen handbereik, warme koffie in de thermos en Goan!


 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten